Mack The Knife

Orig: Die Moritat von Mackie Messer
Uit: Die Dreigroschenoper
Componist: Kurt Weill, Lyrics: Bertolt Brecht

BASIS

  • Toonsoort
    Bb majeur, daarna 5 x een halve toon hoger, zoals in de uitvoering met Bobby Darin.
  • Toonladders
    Bb majeur, B majeur, C majeur, Db majeur, D majeur en Eb majeur
  • Vorm
    Ballade waarin elke strofe 16 maten heeft.
  • Opbouw van een strofe
    2 x 8 maten. 1 zin van het verhaal is 4 maten (met opmaat), waarbij je na elke 2 maten als het ware een komma in de zin kunt plaatsen. Dit is gemakkelijk te begrijpen als je naar de lyrics kijkt:

    Und der Haifisch , der hat Zähne
    Und die trägt er , im Gesicht

    Und Macheath der , hat ein Messer
    Doch das Messer , sieht , man nicht

    Als instrumentalist lijkt de tekst misschien niet zo belangrijk, maar juist de tekst kan je helpen om de structuur van de song in je geheugen te houden. Ook handig om te weten waar het nummer over gaat. Met name bij dit nummer. Je kan Mack The Knife vrolijk uitvoeren (zoals Louis Armstrong), maar achter al die vrolijkheid gaat een dreiging schuil.

    Let op: De tekst begint niet op tel 1 van de maat, maar heeft een opmaat. De tekst begint op tel 3 van de voorgaande maat. En zo begint elke halve zin steeds met een opmaat. Hierdoor komen belangrijke woorden steeds op tel 1 van de maat, als een waarschuwing:
    Haifisch, Zähne,
    trägt, Gesicht,
    (Mac)heath, Messer,
    Messer, sieht, nicht.

Schema met de belangrijke woorden in de maten:

Haifisch Zähne
trägt Gesicht  
(Mac)heath Messer
Messer sieht nicht

Akkoordenschema

I I II II
II V I I
VI VI II II
II V I I

Het hele thema staat in 1 toonsoort. Het begint “thuis” (tonica = I), gaat op weg om via de spanning opwekkende dominant (V) weer “thuis” te komen. Het tweede deel van het thema begint op toontrap VI. Dat is een plaatsvervangende tonica (thuis), maar met een beetje meer spanning, dan I. Je zou kunnen zeggen dat Macheath gevaarlijker is dan de Haifisch. Van toontrap VI gaan we op weg en komen weer via de dominant “thuis”.

Je kan er al gauw gemakkelijk op soleren. De oefening is om te proberen structuur te brengen in de solo: wanneer ben je op weg, waar wordt het spannend, hoe kom je op tijd weer “thuis”. De andere oefening is om dit stuk in 6 verschillende toonsoorten te spelen en daar in te soleren. We hebben in totaal 12 tonen, dus als je Mack The Knife goed hebt geoefend in 6 toonsoorten, kan je al in de helft van al onze majeur toonsoorten spelen.

Melodie

De melodie is simpel, geschikt om een verhaal te vertellen. Naar voorbeeld van de middeleeuwse troubadours. De laatste toon van de melodie is de 6e toon van de toonladder. Dat geeft steeds het gevoel dat het verhaal nog niet af is en maakt het gemakkelijk om in een volgende strofe verder te gaan en zo steeds maar door te blijven vertellen.

Mack The Knife is door veel verschillende muzikanten uitgevoerd, op verschillende manieren. Bij de YouTube verwijzingen vind je een paar sprekende voorbeelden.

  • De originele versie mag natuurlijk niet ontbreken, net zomin als de altijd vrolijke Louis Armstrong.
  • De uitvoering van Bobby Darin laat de 5 x verhoging met een halve toon horen.
  • De uitvoering van Ella Fitzgerald gaat zelfs door 7 toonsoorten: in de extra strofe vertelt ze in een eigen tekst dat Bobby Darin en Louis Armstrong het nummer al op de plaat hebben gezet en dat zij dat nu ook doet.
  • De uitvoering van Sonny Rollins is interressant vanwege zijn timing en swing. Zijn solo gaat verder dan alleen het gebruik van toonladdereigen tonen.
  • Joshua Redman zet het nummer neer in een hedendaagse uitvoering en met een intro.
  • Bij de uitvoering van Buddy Tate en Milt Buckner moest ik meteen aan onze eigen zingende gitarist denken 🙂
  • Sting met een tuba als bas en intermezzos.
  • Marianne Faithfull (ex van Mick Jagger) in jaren ’30 stijl, met een doorrookte (junkie-) stem.