Muziek is een verhaal. Akkoorden spelen daarin een belangrijke rol. Elk akkoord vervult een specifieke functie in het verhaal.Er zijn drie mogelijke functies voor akkoorden Akkoorden kunnen altijd bij een van deze functies ondergebracht worden. TonicaKarakter: rustpunt. Tijdelijk rustpunt binnen het muziekstuk, of eindpunt aan het einde van het muziekstuk. Met dat onmiskenbare gevoel: “Ik […]
Functie van akkoorden
Muziek is een verhaal. Akkoorden spelen daarin een belangrijke rol. Elk akkoord vervult een specifieke functie in het verhaal.
Er zijn drie mogelijke functies voor akkoorden
- Tonica
- Subdominant
- Dominant
Akkoorden kunnen altijd bij een van deze functies ondergebracht worden.
Tonica
Karakter: rustpunt. Tijdelijk rustpunt binnen het muziekstuk, of eindpunt aan het einde van het muziekstuk. Met dat onmiskenbare gevoel: “Ik ben thuis gekomen”.
Dominant
Karakter: spanning. Wil graag oplossen naar het rustpunt. Met dat duidelijke gevoel: “Ik wil naar huis”. Als je een muziekstuk zou eindigen op de dominant, dan zingen toehoorders vanzelf de tonica erachteraan, zo sterk is de natuurlijke neiging om naar het rustpunt op te lossen.
Subdominant
Karakter: op weg naar… Geeft dat gevoel, dat je niet meer “thuis” bent, maar de spanning is niet zo hoog, dat je al naar een rustpunt moet oplossen. De subdominant is heel vaak op weg naar de dominant, maar kan ook naar tonica gaan: “Even terug naar huis, want ik ben mijn portemonnee vergeten”. Een subdominant is niet onmisbaar in een muziektstuk. Tonica en dominant zijn in de basis voldoende voor een volledig stuk. Bijvoorbeeld “Vader Jacob” heeft geen subdominant. Het is mogelijk een stuk te vereenvoudigen (overzichtelijk te maken) door elke subdominant voor de dominant weg te laten. Daarentegen kan je ook altijd de subdominant voor de dominant toevoegen als deze niet in het stuk staat. Daarmee maak je het “verhaal” interessanter.
Hieronder overzicht van de functies in de toonladder:
Tonica | Dominant | Subdominant |
---|---|---|
I | V | IV |
VI | VII | II |
III |
Waarom roept de dominant spanning op?
V7 (dominant septiem op de vijfde trap van de toonladder) heeft twee belangrijke leidtonen, die van nature graag willen oplossen naar belangrijke tonen van de tonica. Een leidtoon ligt een halve toonsafstand van de toon waar hij heen leidt.
In majeur:
De terts van de dominant lost op naar de grondtoon van de tonica.
De septiem van de dominant lost op naar de terts van de tonica.
Bijvoorbeeld in toonsoort C majeur: G7 = g-b-d-f: b lost op naar c en f lost op naar e.
In mineur:
In natuurlijk mineur is de vijfde trap een mineur akkoord. De terts van dat akkoord ligt een hele toonsafstand onder de tonica en wil dus niet persé naar de tonica oplossen. Om toch die spanning op te bouwen moet de terts verhoogd worden. Op dat moment speel je niet langer in natuurlijk mineur, maar in harmonisch mineur.
Bijvoorbeeld in de toonsoort C mineur: V in natuurlijk mineur is Gmin7 = g-bb-d-f. In harmonisch mineur is de zevende trap van de toonladder verhoogd: bb wordt b. Dan krijg je G7 = g-b-d-f. Die b wil heel graag naar c.
De septiem is ook geen leidtoon, omdat de mineur toonladder een kleine terts heeft. Dat probleem lost zichzelf op, want nu is de kwint van het dominant akkoord de leidtoon.
Mocht het verhaal wat moeilijk klinken, in de afbeelding hieronder wordt het in 1 oogopslag duidelijk. De blauwe pijlen in C majeur: b lost op naar c en f lost op naar e. De paarse pijlen in C harmonisch mineur: b lost op naar c en d lost op naar eb: