Elke toon in de toonladder is een toontrap. Toontrappen worden met romeinse cijfers aangegeven. Voorbeeld van toontrappen in de C majeur toonladder: Toontrappen I II III IV V VI VII C majeur c d e f g a b Door toontrappen te gebruiken kan je over een muziekstuk praten, zonder een specifieke toonsoort te benoemen. […]
Toontrappen
Elke toon in de toonladder is een toontrap. Toontrappen worden met romeinse cijfers aangegeven.
Voorbeeld van toontrappen in de C majeur toonladder:
Toontrappen | I | II | III | IV | V | VI | VII |
C majeur | c | d | e | f | g | a | b |
Door toontrappen te gebruiken kan je over een muziekstuk praten, zonder een specifieke toonsoort te benoemen. Een dirigent kan zeggen: We beginnen op de IVe trap. Alle klinkende en transponerende instrumentalisten weten dan welke toon ze moeten spelen. Ook is het handig om in toontrappen te denken als je een muziekstuk in een andere toonsoort, dan gewoonlijk wilt spelen. En “last but not least” is het gebruik van toontrappen onmisbaar als het gaat over akkoorden.